Otten zesde na een heftig Donington weekend

Het Motoport en MTM Kawasaki WorldSSP300 team arriveerde in Donington Park met grote hoop en de verwachting sterke resultaten neer te zetten in de 13-ronden durende race op zondag 7 juli. Scott Deroue (Kawasaki Motoport) had twee keer pech en miste de race volledig. Dion Otten (MTM Racing Team) daarentegen, scoorde een zesde plaats, de beste in zijn carrière.

In de trainingen, opgesplitst in A en B groepen zoals gewoonlijk, zorgde een crash van Deroue in de natte Superpole ervoor dat hij de ‘Last Chance Race’ moest rijden om zichzelf van een plaats op de grid te verzekeren voor zondag.

Scott was op weg naar dat plaatsje op de grid toen een andere pilot crashte en Scott meenam in zijn val. Dit was dan ook het einde van zijn weekend.

Op de grid, na Superpole en Last Chance Race, was Otten negende, Jeffrey Buis (MTM Racing Team) 17de en Robert Schotman (Kawasaki Motoport) 32e.

Schotman maakte vroeg in de race progressie door het veld en kwam tot op een 19e positie, toen hij er door een andere pilot werd afgereden in ronde zeven, en scoorde dus geen punten.

Otten reed een sterke wedstrijd vooraan, maar viel terug naar een 11de positie mid-race. Hij profiteerde van crashes van andere rijders en finishte slechts 1,248 seconden van de race winnaar en scoorde 10 kampioenschapspunten met zijn zesde plaats.

Buis kwam tot op een negende plaats, maar door een technisch probleem viel hij terug en finishte 23^e, zodoende geen punten scorend.

Doordat vele toprijders problemen hadden in Donington, staat Deroue nog 3^e in het kampioenschap ondanks zijn pech dit weekend, met 65 punten op gelijke hoogte met 2^de Ana Carrasco. Buis is 16^de, Otten stijgt naar 18^de en Schotman is 23^e.

Na de lange zomerpauze die er nu aankomt, is de volgende race Portimao op 8 september.

Scott Deroue zei: “Vrijdag was goed. De snelheid zat er in en we hadden een stap vooruit gezet sinds Misano. Zaterdag was het nat en het circuit was erg glad, maar ik had een goed gevoel in de regen. In Misano had ik te lang gewacht in de Superpole en ik wou meer aanvallen. Ik lag zesde in de kwalificatie en had nog geen ‘momentje’ gehad toen ik plots de controle verloor op een plek waar ik het niet verwachtte. En dan zit je opeens in de Last Chance Race. Ik probeerde mijn banden te sparen en de race te controleren. Het ging allemaal erg goed tot een rijder achter me crashte en me meenam in zijn val. Dan is de droom plots over en sta je de race te kijken vanop de zijlijn op zondag.”

Robert Schotman zei: “Het is bijna niet te geloven dat de race moest eindigen zoals de vorige twee; er af gaan door toedoen een andere rijder. Ik kon veel plaatsen pakken in de openingsfase vanop mijn 32^e positie, en zette rondetijden neer die gelijk waren aan de toppers. Toen ik aanremde voor de haarspeldbocht raakte iemand mijn stuur, waardoor ik viel. Er zijn veel piloten in deze klasse die veel te wild rijden. Dit kostte me de race voor de derde keer op rij! We hadden heel het weekend de snelheid, net als in Misano, en dan is het erg teleurstellend als je het niet kan omzetten in punten.”

Dion Otten zei: “Vandaag was erg goed! In de warm-up was ik sterk en ik klokte een 1,42 terwijl ik alleen reed, en voelde me erg zelfzeker. De race was één grote chaos. Het was niet makkelijk de kopgroep te volgen. Het tempo vooraan lag erg hoog en ik verloor enkele plaatsen. In de laatste fase van de race waren er veel duels in de kopgroep en daardoor kon ik weer bijbenen. Maar het was niet voldoende voor een podium. Ik ben erg blij met mijn P6 na zo’n moeilijk begin van het seizoen! Ik wil mijn team, en natuurlijk al mijn sponsors en supporters bedanken!”

Jeffrey Buis zei: “De eerste dag op droge baan ging goed, en ik had een goed ritme. De tweede dag was nat, maar ik had een 18^de plaats na de Superpole. De warm-up ging goed, met een P7, en daardoor had ik een goed gevoel over de race. Ik nam een nette start en was in negende positie toen mijn versnellingsbak stuk ging en ik veel tijd verloor. Maar ik kon toch nog de race uitrijden met een gearbox die nauwelijks van versnelling kon veranderen.”